1984 van George Orwell is misschien wel de bekendste dystopie uit de moderne literatuur. Zelfs al heb je de roman nooit gelezen, uitdrukkingen en begrippen als Big brother is watching you, Newspeak en Doublethink zullen je niet onbekend voorkomen. Ze verwijzen naar een totalitaire, alles controlerende staat, waarin mensen leven zonder vrijheid, zonder liefde voor elkaar en zelfs zonder eigen oorspronkelijke gedachten.
Ook Winston Smith houdt uiteindelijk van Big Brother
In Prikkels en drugs versus oefening en geduld gaf ik al aan dat 1984 vaak in één adem wordt genoemd met een andere literaire dystopie uit de eerste helft van de twintigste eeuw: Brave new world van Aldous Huxley. Ik schreef dat je met een beetje fantasie kunt beweren dat onze samenleving een combinatie van beide romans aan het worden is. We willen altijd overal van kunnen genieten. We eisen gezondheid en veiligheid. En we staan daarbij toe dat we zowel digitaal als fysiek gevolgd worden en overheidsinstanties en bedrijven allerlei informatie over ons weten, opslaan en verhandelen.
1984 als literaire spiegel
Uiteraard zijn er genoeg kanttekeningen te plaatsen bij zo’n vergelijking tussen wereldbeelden die tevoorschijn komen uit literaire werken en de werkelijkheid. De romans zijn zeker geen blauwdrukken van onze samenleving. Bovendien kun je ook uit de samenleving niet zomaar één allesomvattend wereldbeeld distilleren. Romans kunnen echter wel prima fungeren als literaire spiegels die ons helpen nadenken over welke ontwikkelingen we wel of niet gewenst vinden. En in die functie zijn zowel Brave new world als 1984 nog altijd relevant. Een goede reden dus om na Brave new world nu ook 1984 te herlezen.
Geen aantrekkelijk leven
In 1984 volgen we Winston Smith. Erg aantrekkelijk is zijn leven niet. Iedere stap die hij zet wordt gevolgd door de autoriteiten, hij heeft geen vrienden, leeft al jaren gescheiden van zijn vrouw en woont in een ontwricht, grijs Londen. Zijn appartementencomplex heeft zijn beste tijd gehad. Het ruikt er naar gekookte kool en de lift is altijd stuk. Winston werkt als herschrijver van oude nieuwsberichten op het Ministry of Truth. Hij behoort tot de buitencirkel van de machthebbende Partij, een soort middenklasse.
Big Brother is watching you
Op iedere verdieping van het complex waar Winston woont, hangt een poster met de tekst Big Brother is watching you. Het herinnert Winston en de lezer eraan dat de totalitaire staat in 1984 haar onderdanen overal en altijd, ook in hun eigen huis, in de gaten houdt. Bijvoorbeeld met Telescreens die continu door de Partij geproduceerde nieuws en gymnastiekoefeningen uitzenden, maar waardoor de overheid ook in huiskamers kan kijken. Uitzetten mag niet. Wie zich niet aan de staat conformeert, krijgt met de harde onderdrukkende hand ervan te maken.
Het gevaar van een dagboek
Met alle propaganda om hem heen, is het lastig voor Winston om zelf tot eigen gedachten te komen. Hij heeft echter in een tweedehands winkel een dagboekje gevonden waarin hij begint te schrijven. Al schrijvend dwalen zijn gedachten af. Wanneer hij zich weer concentreert, merkt hij dat hij regel na regel ‘Down with Big Brother’ heeft opgeschreven. Winston beseft dat hij gevaarlijk bezig is. Alleen al voor het feit dat hij een dagboek heeft, kan hij doodgeschoten worden. Maar zijn wil vrij te zijn, is sterker dan de wil zijn lichaam te redden.
Liefde geeft kleur aan het leven
Vriendschap tussen mensen is niet toegestaan. Dat leidt alleen maar af van de liefde die mensen voor Big Brother zouden moeten voelen. Seks en liefde zijn al helemaal verboden. Ondanks dit verbod krijgt Winston een relatie met Julia, een vrouw die in hetzelfde gebouw werkt als hij. Ze spreken af op het platteland en later op een zolderkamer boven de tweedehandswinkel waar Winston eerder zijn dagboekje kocht. Hun liefde is het belangrijkste in hun leven, al beseffen beiden dat de relatie op een dag fout zal aflopen.
Vertrouw niemand
Winston is ervan overtuigd dat O’Brien, een belangrijk Partijlid, net als hijzelf tegen de Partij in opstand wil komen. Als hij hem samen met Julia bezoekt, geeft O’Brien hem zelfs het verboden boek The Theory and Practice of Oligarchical Collectivism te leen. De schrijver Emmanuel Goldstein is de (al dan niet door de Partij zelf verzonnen) belangrijkste vijand van de staat. Helaas blijkt het een vergissing van Winston om O’Brien te vertrouwen. De zolderkamer waar hij zich met Julia veilig waande, was ook een valstrik. De Thought Police valt de kamer binnen en arresteert hen beiden.
Twee plus twee is vijf
Winston wordt overgebracht naar het Ministry of Love waar O’Brien hem op een gruwelijke wijze fysiek en psychisch martelt. Winston bekent alles waarvan hij maar denkt dat O’Brien het graag wil horen. Maar dat is niet genoeg. O’Brien vertelt hem dat de regering absolute controle wil hebben over zijn gedachten. Hij moet niet alleen zeggen dat twee plus twee vijf is, maar het echt menen.
Geef me je angst
Uiteindelijk komt Winston terecht in Kamer 101, waar datgene op je wacht waar je het meest bang voor bent. In het geval van Winston zijn dat ratten. O’Brien dreigt ratten aan zijn gezicht te laten knagen. Winston breekt. Doodsbang schreeuwt hij dat ze dit met Julia moeten doen. En hij meent dit ook. We lezen dat hij vanuit het diepst van zijn hart daadwerkelijk wil dat ze de ratten op het gezicht van Julia zetten.
Liefde voor Big Brother
Nadat Winston op deze manier niet alleen Julia maar ook zijn gevoelens voor haar heeft verraden, wordt hij weer vrijgelaten. Hun liefde voor elkaar is gebroken: niet door dreiging met de dood, niet door dreiging met fysieke pijn, maar doordat de Partij controle heeft over hun grootste angsten en daarmee over hen. Het idee van verzet komt niet eens meer bij Winston op na zijn vrijlating. De roman eindigt terwijl hij in een café met liefde naar Big Brother kijkt:
“Two gin-scented tears trickled down the sides of his nose. But it was all right, everything was all right, the struggle was finished. He had won the victory over himself. He loved Big Brother.”
Martelen of verleiden?
Het grote verschil tussen 1984 en Brave new world is dat in de eerste fysiek geweld en onderdrukking een veel belangrijker middel zijn om het volk onder controle te houden dan in de tweede. In Brave new world gaat het eerder om verleiding. De manier waarop de overheid zich nadrukkelijk met het seksleven van de burgers bemoeit, is een aardige illustratie hiervan. In 1984 doen de autoriteiten hun best geslachtsgemeenschap te verbannen, omdat de liefde tussen mensen de liefde voor Big Brother in de weg staat. In Brave new world moedigt de overheid seks juist aan, maar dan wel met zo veel mogelijk verschillende partners. Ook daarmee wil de overheid voorkomen dat de band tussen twee mensen te sterk wordt.
Vroeger, toen er nog geschiedenis was
Een opvallende overeenkomst tussen beide romans is de moeite die de overheid doet om de geschiedenis te beheersen. In Brave new world is de maatschappij zo stabiel dat deze nauwelijks meer ontwikkeling kent. Boeken die aan een verleden herinneren of een ander denkbare wereld voorspiegelen, zijn zeldzaam. Bovendien heeft, op een enkele dissident na, niemand behoefte om ze te lezen. Men is tevreden met het entertainment, de orgies en de drugs die door overheidswegen georganiseerd en verstrekt worden.
Het is altijd al zo geweest
In 1984 worden documenten uit het verleden continu aangepast aan ontwikkelingen in het heden. Dit is Winstons werk. Op die manier zorgt de staat ervoor dat mensen denken dat de Partij altijd gelijk heeft en beloften nakomt:
“Who controls the past controls the future: who controls the present controls the past.”
De staat controleert overigens niet alleen de inhoud van alle media, maar ook het taalgebruik. Newspeak heet de officiële taal die de staat heeft ontwikkeld. Het doel is een taal waarin geen woorden meer voorkomen die zouden kunnen leiden tot opstandige gedachten.
Zo leuk is dat communisme niet
Kijk je naar de lessen die lezers uit 1984 halen, dan is opvallend dat tot een jaar of dertig geleden de nadruk vooral werd gelegd op de verschrikkingen van het leven onder totalitaire regimes. Waarbij dan altijd met meer dan een schuin oog naar de andere kant van het IJzeren Gordijn werd gekeken. Een leven waarin je continu in de gaten werd gehouden, waar afwijkende meningen niet werden getolereerd en de overheid desnoods (of bij voorkeur) met harde hand ingreep.
Privacy onder druk
Na de val van de muur is dat veranderd. De roman wordt sinds de opkomst van digitale observatie- en opslagmiddelen in de jaren ’90 veel vaker aangehaald om ons te waarschuwen voor ontwikkelingen in onze eigen samenleving. Onze privacy komt steeds meer onder druk te staan, zonder dat daar een dictatoriale onderdrukking voor nodig is. Zowel online als in de fysieke ruimte worden bijna al onze handelingen door bedrijven en overheden vastgelegd, bewaard, geanalyseerd en met elkaar gedeeld.
Terrorisme-angst en gratis dienstverlening
Dankzij terrorisme-angst en gratis dienstverlening vindt het merendeel van de bevolking dit observeren en vastleggen van gegevens schijnbaar prima. Daarmee leven we uiteraard niet in de verschrikkelijke wereld die Orwell schetst in 1984. Maar krijgen we ooit een regering die haar burgers strakker onder de duim wil houden, dan hebben we daarvoor zelf al een handige infrastructuur aangelegd en wetgeving aangenomen. Waarbij ik overigens persoonlijk denk dat de methode Huxley een stuk efficiënter is. Al hoeft het een het ander niet uit te sluiten uiteraard.
Pascal Klaassen
oktober 2017
Hoe kijkt u nu, ann0 2022, naar 1984?
Zie Ukraine en Rusland.