Harry Mulisch – Het stenen bruidsbed

Goed of fout? Schieten op brandende Duitse burgers in de Elbe. Een verminkte terugkeer. Daderhaat. De code als façade.

Het stenen bruidsbed Harry MulischEen andere kant van het verhaal. Dat is Het stenen bruidsbed in één zin. Toen de roman in 1959 verscheen, waren er nog maar veertien jaar verstreken sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog. Voor verwerking van de verschrikkingen die men had meegemaakt was nog geen tijd geweest. Alle ogen waren gericht op de toekomst en wederopbouw. De algemene opinie luidde dat de overlevenden geluk hadden gehad, dus niet mochten klagen. En als er al over de oorlog werd gesproken, was het in duidelijke categorieën: ‘goed’ of ‘fout’. Nuances waren ver te zoeken. Verzetsstrijders en geallieerden waren helden. In alles. Altijd. NSB-ers en Duisters waren misdadigers. Nooit slachtoffer. Zeker niet.

Als helden hun menselijk gezicht verliezen 

En toen verscheen in 1959 Het stenen bruidsbed van Harry Mulisch (1927- 2010). Met als centrale gebeurtenis een oorlogsdaad van de geallieerden die we gerust misdadig mogen noemen: het bombardement in de nacht van 13 op 14 februari 1945 van de kunststad Dresden. Een strategisch onnodig bombardement. Dresden had geen militaire waarde en de geallieerden boekten op dat moment, na een zware winter, in het zowel het oosten en westen snel en veel terreinwinst.

Flashbacks met Homerische gezangen

In Het stenen bruidsbed beleven we de nacht van het bombardement via flashbacks, verpakt in Homerische zangen. We vliegen samen met de hoofdpersoon en boordschutter, Norman Corinth, en vijf andere inzittenden van een Amerikaanse bommenwerper, richting Dresden. De sfeer voor het bombardement is gespannen, verwachtingsvol en opgewonden tegelijk. Na afloop is de stemming ronduit uitgelaten. Zo uitgelaten zelfs, dat men op eigen initiatief terugkeert naar de brandende stad, nu op zoek naar burgers die voor verkoeling in de Elbe zijn gevlucht. Boven de angstige inwoners aangekomen, lacht Corinth, de lach van de overwinnaar:

“Zal ik ze eens een serenade geven?” En allen lachen, alle vliegers, Jim, Alan, Frank, Patrick en Archie, en dan jaagt hij de kogels voor zich uit het water in, waar de hoofden spatten, tuimelen, botsen, springen, keilen, verzinken, en lacht, alle vliegers, allen lachen in de nacht, en zingen: “Adieu, mein kleiner Gardeoffizier, Adieu, Adieu, und vergiss mich nicht, Und Vergiss mich nicht.”

Een wrede toegift

Dit schieten op weerloze burgers is een onnodige wrede toegift, bij een zinloos bombardement. En een toegift die in de roman grote gevolgen heeft voor de zes inzittenden van het vliegtuig. Want op de terugweg worden ze geraakt door een Duits gevechtsvliegtuig. Corinth overleeft het ongeluk, maar houdt er een gehavend gezicht aan over.

De plek van de misdaad

De drie zangen over het bombardement zijn lyrische onderbrekingen van het hoofdverhaal. Dat begint in 1956 in Baltimore, Verenigde Staten. Corinth leeft daar als tandarts en wordt uitgenodigd voor een congres in Dresden. Hij twijfelt geen moment: hij gaat. Niet vanwege het congres, maar vanwege de stad waar het plaatsvindt. Corinth wil terug naar de plek waar hij zijn gezicht verloor. Eenmaal in Dresden hoort hij in een volkskroeg verhalen van inwoners van Desden over het bombardement. Een echtpaar vertelt erover zonder dat ze weten dat Corinth erbij betrokken was. Misschien omdat de herinneringen nog altijd te heftig voor ze zijn, vertellen de man en de vrouw vooral wat de ander heeft meegemaakt:

“Alles brandde, de hele stad, de straten waren veranderd in ovens, maar de vlammen waren haast niet te zien van de rook. Na een halve minuut waren haar haren en haar kleren van haar lijf geschroeid en ze stikte haast van de rook en omdat het vuur alle zuurstof verbruikte. Ze vertelde dat het overal naar gebraden vlees stonk.[…] Mensen sleepten zich met halve lichamen het vuur in om maar snel te sterven, een man sloeg een opengescheurd kind op de keien dood.”

“[…] en toen kwam ze in het water, Ze zegt, zo’n zaligheid kan zelfs in de hemel niet bestaan als toen dat water van de Elbe. Overal stonden mensen roerloos tot hun nek in het water, zonder kreunen of spreken, alleen maar in het water. Ze maakte het kind nat en nam het over haar schouder en ging ook zo ver mogelijk in het water staan, en toen kwam het vliegtuig. […] Alle kanonnen schoten, maar als u het mij vraagt begreep ze het niet meer. Ze dacht dat iets in haar been beet en het kind ontglipte haar en ze voelde om zich heen door het water, maar ze kon het niet meer vinden…”

Geheimzinnig oorlogsverleden

Deze ooggetuigenverslagen zijn voor mij de meest aangrijpende passages uit Het stenen bruidsbed. Overigens weet je als lezer op dat moment nog niet dat Corinth in het vliegtuig zat dat terugkwam voor deze ‘speciale serenade’. Daar kom je pas later in de roman achter. Net zoals je later in de roman leert dat een Westduitse collega waarmee Corinth in Dresden veel optrekt, de heer Schneiderhahn, geen kampbeul was. Opmerkelijk genoeg had Schneiderhahn dat in eerste instantie wel gesuggereerd.

Blinde haat

Als Corinth beseft dat zijn collega hierover heeft gelogen, wordt hij woedend en slaat Schneiderhahn op zijn gezicht: “Ik zal je leren je leugens uit te kiezen.” Waarom Corinth zo ongelooflijk woedend op Schneiderhahn is, is lastig te volgen. Bewust suggereren dat je kampbeul bent geweest, is ongepast en onsmakelijk, maar geen reden voor blinde haat lijkt me. Maar misschien voelt dit anders als je de oorlog zelf hebt meegemaakt. Op het moment van verschijnen van Het stenen bruidsbed was die oorlog voor de meeste lezers ongetwijfeld nog een open zenuw. Een andere mogelijke lezing is dat Corinth in Schneiderhahn in eerste instantie een mededader ziet en zodra hij erachter komt dat hij zijn schuldgevoel niet met hem kan delen, zijn woede over zijn eigen daad op hem afreageert.

Harry Mulisch en de oorlog

Het stenen bruidsbed is niet de enige roman van Mulisch waarin de Tweede Wereldoorlog nadrukkelijk aanwezig is. Zelf heeft hij eens gezegd dat hij de Tweede Wereldoorlog is. Zijn vader was Oostenrijks-Hongaars en koos tijdens de Tweede Wereldoorlog de kant van de Duitsers. Zijn moeder was een Joodse, die dankzij zijn vader uit handen van de Duitsers bleef.

De oorlog als katalysator

Overigens laten ook andere Nederlandse schrijvers uit die generatie hun romans vaak in de oorlog spelen. Vreemd is dat niet, de jaren ’40- ’45, en de tijd vlak ervoor en erna, waren nu eenmaal een historisch en psychologisch belangrijke gebeurtenis in het leven van deze schrijvers. Daarnaast zijn oorlogssituaties de katalysator bij uitstek voor de ontmaskering van de menselijke waardigheid. Een belangrijk thema in het werk van bijvoorbeeld W.F. Hermans, maar ook van Mulisch. In Het stenen bruidsbed heeft de hoofdpersoon het over de Kode:

“[…] Als u het mij vraagt, heeft de mens een totaal andere struktuur dan zoals de kode hem wil. Bijna alles wat we van hem weten, slaat niet op hem maar op de kode. De psychologie zegt net zoveel over de mens als de namen van sterren over sterren. Achter de kode ligt een werkelijkheid, die op de kodemens lijkt als… als een mens op een museumharnas. Heeft u er weleens over nagedacht, hoe krankzinnigen kunnen bestaan? Duizenden in iedere stad, paviljoenen vol veldheren, koningen, theepotten, kaktussen, heilige maagden, pausen, maltezer leeuwtjes, messiassen? Of alleen nog een sliertje angst, een stopwoordje, een punt op de muur? Ik vraag het u maar. U weet het niet – niet meer. U hebt zich alleen maar iets bruikbaarder laten misvormen door het bedrog, dat sinds eeuwen aan de gang is: door de kode, de maatschappij.”

Nog meer geschiedenis

Nu, ruim vijftig jaar na de eerste druk van de roman, is het bombardement op Dresden niet het enige historische thema meer in Het stenen bruidsbed. Doordat het verhaal zich voor het grootste deel afspeelt in een land dat niet meer bestaat, de toenmalige DDR, is de hele roman historisch geworden. En al werd de Berlijnse muur pas in 1961 gebouwd en duurde het nog bijna een decennium voordat de Praagse Lente hardhandig in de knop werd gebroken, de wereld was aan die kant van Europa eind jaren ’50 al duidelijk anders dan in het Westen.

Blik achter het gordijn

Volksopstanden in de DDR en Hongarije waren in respectievelijk 1953 en 1956 uitgelopen op een bloedbad. De staat hield zijn eigen bevolking in een ijzeren greep. Het stenen bruidsbed bood de lezers midden in de Koude Oorlog een kleine blik aan de andere kant van het IJzeren Gordijn: “Dit is geen land, Herr Doktor. Dit is je reinste onzin.”

Pascal Klaassen
mei 2012


Het verhaal uit het RAF Bomber Command

In het boek Een schitterend ongeluk interviewt Wim Kayzer de natuurkundige Freeman Dyson. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte hij bij het RAF Bomber Command. In het interview vertelt hij dat de bombardementen in 1945 van weinig strategisch nut waren, maar “hoofdzakelijk uit bureaucratische inertie” werden uitgevoerd. Overigens geeft Dyson ook aan dat de oorlog per maand gemiddeld een half miljoen mensen het leven kosten. Dus als de bombardementen als die op Dresden de oorlog met twee maanden hebben verkort, zijn daardoor ongeveer een miljoen mensenlevens gespaard.


De eerste paperback

Het stenen bruidsbed stond aan de wieg van het grote succes van de paperback. En daarmee aan de doorbraak van schrijvers als Hermans, Reve, Claus, Campert en Cremer. Schrijvers die in de tien jaar daarvoor het literaire landschap op zijn kop zetten, maar nauwelijks werden verkocht. Dat veranderde toen hun werk goedkoper werd. Lees hierover: Juni 1959: Het stenen bruidsbed van Harry Mulisch verschijnt als nummer 1 in de serie Literaire Reuzenpockets van de uitgeverij De Bezige Bij van Ton Anbeek in Nederlandse Literatuur, een geschiedenis onder redactie van M.A. Schenkeveld ea.

 


Aanvullende informatie bij Het stenen bruidsbed van Harry Mulisch:


Meer informatie over Harry Mulisch:

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *