Paradiso is de naam van een bekende rocktempel in Amsterdam. De hoofdpersoon in de roman van Kees van Beijnum gaat er naar een concert kijken. Dat is leuk.
Kees van Beijnum is een goede vakman
En veel meer is er over Paradiso eigenlijk niet te zeggen. Kees van Beijnum is een prima schrijver. Een echte vakman. Dit bewijst hij met Paradiso, na Dichter op de Zeedijk en De oesters van Nam Kee opnieuw. Het boek leest lekker weg, heeft een aardig plot en voelt met al het water erin lekker Nederlands aan.
Paradiso is saai
Tegelijkertijd zijn de romans van Van Beijnum wat aan de saaie kant. Ook Paradiso. Het is geen roman waarvan de noodzaak van de pagina’s afspat. Geen boek dat er maatschappelijk danwel literair echt toe doet. Geen roman die geschreven moest worden.
Het kabbelt en kabbelt en kabbelt
Niet dat ik voor het verplichte engagement of experiment van de jaren 70 ben. Integendeel, maar in het huidige literaire landschap is er bijna geen schrijver meer die iets op het spel durft te zetten. Zwagerman, Van Beijnum, Glastra van Loon, Koch, De Winter etc etc, het kabbelt maar door. En door. En door.
Schop de schrijvers
Daarom mijn oproep:
SCHOP DE SCHRIJVERS
TOT ZIJ WEER KLOTEN KRIJGEN
Mogen dat ook vrouwen zijn? Ja dat mogen ook vrouwen zijn.
En