Me, de hoofdpersoon in De verrader van Paul Beatty, krijgt een slaaf in huis, schildert de grenzen van het opgeheven dorpje Dickens op het wegdek en lanceert het plan de segregatie in het schoolsysteem zichtbaar te maken. Het leefklimaat in Dickens verbetert erdoor. De hoofdpersoon moet zich echter bij het Hooggerechtshof verantwoorden.
Harde levenslessen van pa
Me leeft in een boerderij midden in Los Angeles. Hij kweekt er meer dan verdienstelijk groente en fruit. Zijn vader (boer, wetenschapper en voorzitter van de denktank Intellectuelen van de Dum Dum Donut) heeft hem thuis opgevoed en onderwezen. Die opvoeding bestond voor een groot deel uit wrede sociaal-psychologische experimenten die Me moest ondergaan. Zoals een afranseling in de openbare ruimte, waarbij omstanders niet Me maar de dader hielpen. Met deze experimenten wilde zijn vader Me leren wat het betekent om bij een minderheid te horen.
De verrader
Maar Me wil geen vertegenwoordiger van een bepaald ras wil zijn. Hij wil gewoon Me zijn. Dat levert hem van Foy Cheshire, prominent lid van de Intellectuelen van de Dum Dum Donut, de bijnaam ‘verrader’ op. Me ontkomt ook niet aan het hokje waarin anderen hem stoppen. Zo wordt het niet geaccepteerd als hij ‘Californiër’ invult bij het vakje ‘ras’ op een volkstellingsformulier. Uiteindelijk krabbelt hij dan maar een kruisje bij ‘zwart, Afro-Amerikaan’.
Dickens terug op de kaart
Nadat zijn vader zonder goede reden is doodgeschoten door de politie, zoekt Me opnieuw een antwoord op de vragen: ‘Wie ben ik?’ en ‘Hoe kan ik die persoon worden?’ Als onderdeel van zijn zoektocht naar zijn identiteit besluit hij de oude gemeentegrenzen weer zichtbaar te maken. Het dorp was ooit opgeheven door de autoriteiten, onder andere vanwege de corruptie bij de plaatselijke politie. In eerste instantie waren de bewoners opgelucht dat Dickens verdween, omdat ze zich schaamden er te wonen. Maar ze verloren daarmee echter ook een gezamenlijke identiteit, waardoor de gemeenschap uit elkaar viel en het geweld tegen elkaar toenam.
Een slaaf in huis
Me krijgt ook een slaaf in huis. Het is Hominy Jenkins, voormalig understudy voor Buckwheat Thomas en bijrolspeler in De Boefjes (The Little Rascals, Our Gang). Hominy wil Me’s slaaf zijn, omdat hij die rol het beste bij zichzelf vindt passen. Me gaat er met tegenzin mee akkoord en regelt zelfs een wekelijkse afranseling door een daarin gespecialiseerde vrouwelijke professional. Hominy noemt Me ‘massa’, knielt graag voor hem, staat als jockey gekleed met een petroleumlamp in zijn voortuin en eet de door Me geteelde groente en fruit op. Verder kijkt Hominy vooral toe hoe Me het land bewerkt:
“Hominy kon geen wagenwielen repareren. Geen rijtjes schoffelen. Geen schuiten slepen of balen tillen. Maar knielen kon hij als geen ander en om een uur of één, kwart over één ’s middags kwam hij met de hoed in de hand aanzetten. Dan deed hij waar hij zin in had.”
Opstaan voor blanken
Als verjaardagscadeau voor Hominy regelt Me stickers boven de voorste rijen stoelen in een bus. Op die stickers staat dat deze stoelen zijn bedoeld voor blanken. Als er eindelijk een door Me ingehuurde blanke vrouw instapt, staat Hominy tevreden zijn plaats aan haar af. Na de verjaardag van Hominy blijven de stickers in de bus hangen. Dit leidt ertoe dat deze bus de veiligste van L.A. wordt. Kinderen maken er zelfs hun huiswerk. De niet-blanke passagiers van de bus voelen zich er, dankzij de racistische stickers, weer met elkaar verbonden.
Rassenscheiding op school
Het succes van de segregatie in de bus en de heroprichting van Dickens brengt Me op het idee de gemeenschapszin nog wat verder te verstevigen door ook op de plaatselijke school de segregatie wat explicieter zichtbaar te maken. Tegenover de bestaande school laat hij een enorm spandoek ophangen waarop de komst van ‘De Wheaton Academy, Vrije Magneetschool voor de Kunsten, Natuurwetenschappen, Cultuurwetenschappen, Handel, Mode en Al het Andere’ wordt aangekondigd. De bijgeschilderde modelleerlingen hebben overduidelijk een gezamenlijk kenmerk: ze zijn wit. Dit in tegenstelling tot de leerlingen van de plaatselijke school.
Kom niet aan de rechten van een blanke
Ook nu zorgt de zichtbare boodschap van segregatie dat de inwoners van Dickens zich beter gedragen. De cijfers van de leerlingen gaan omhoog en de gedragsproblemen van de leerlingen worden minder. Het tij keert als de school zo succesvol wordt dat een blanke leerling zich wil inschrijven. Dit staat de school niet toe. En daar waar slecht onderwijs voor arme gekleurde kinderen nooit voorpaginanieuws is, leidt deze belemmering van één blanke leerling tot een ware storm van protest en media-aandacht. Het uiteindelijke resultaat is dat Me zich voor de rechter moet verantwoorden.
Het verleden herschrijven
Een zwarte boer die een slaaf houdt, herinvoering van segregatie; het zijn provocaties waarmee Paul Beatty zijn hoofdpersoon Me in De verrader wonden laat blootleggen die eigenlijk te pijnlijk zijn om aan te raken. Foy Cheshire kiest een andere aanpak door de roman Huckleberry Finn van Mark Twain te herschrijven tot De pejoratiefvrije avonturen en de intellectuele en spirituele reizen van de Afro-Amerikaanse Jim en zijn jonge protegé, de witte broeder Huckleberry Finn, op hun zoektocht naar het verdwenen zwarte gezin.
Het ‘n-woord’
Cheshire schrapte bij zijn hertaling tevens het ‘n-woord’ dat 219 keer in Huckleberry Finn voorkomt. Volgens Me is dit een weinig heilzame omgang met de geschiedenis, omdat de kans groot is dat kinderen het ‘n-woord’ toch wel horen of erger nog: het tegen andere gaan gebruiken. Zelf gebruikt Me het ‘n-woord’ te pas en te onpas. Ik heb dat in deze recensie overigens weer omzeild door deze passages niet te citeren en de aanduiding ‘n-woord’ te gebruiken. De reden is dat ik geen romanpersonage ben zoals Me en het woord expliciet gebruiken geen meerwaarde heeft voor deze recensie.
De geschiedenis zichtbaar houden
Me’s opvatting over de herschreven versie van Huckleberry Finn hoort bij zijn idee dat je de geschiedenis niet zomaar kunt wegmoffelen. Je moet deze juist zichtbaar houden. Het is weliswaar een gewelddadige geschiedenis waarvan iedereen de weerzinwekkende aspecten liever vergeet, maar het zijn juist die aspecten die het leven van zo veel Amerikanen nog iedere dag bepalen. Van belang lijkt me overigens dat Me de segregatie niet echt invoert, hij maakt deze alleen weer expliciet zichtbaar. De buspassagiers en leerlingen op de school in Dickens zijn allemaal niet-blank.
Tussen de wereld en mij
Dat de geschiedenis van vernietiging van zwarte lichamen in de Verenigde Staten geen gepasseerd verleden is, lazen we ook in het zeer indrukkwekkende Between the world and me (Tussen de wereld en mij) van Ta Nehise Coates. In drie brieven waarschuwt hij zijn zoon op zijn lichaam te passen. De Verenigde Staten zijn gebouwd op de vernietiging van zwarte lichamen en het land gaat daar nog altijd mee door. Politieagenten mogen er bijvoorbeeld straffeloos op schieten.
Wonden openrijten
Door zijn brieven uit te geven wilde Coates onder andere de witte dromers wakker schudden. In een stad als New York is het misschien gemakkelijk te geloven dat in Amerika in principe iedereen gelijk is. Maar de werkelijkheid is anders. Die ‘andere werkelijkheid’ is niet alleen een kwestie van statistieken of ‘wel of geen gelijke kansen’, het is een altijd en overal aanwezige concrete fysieke dreiging van door de staat gesanctioneerd geweld tegen zwarte lichamen. Ook Beatty schudt de lezers graag wakker. Of zoals hij zelf zegt in een interview met Toef Jaeger in NRC:
“Want romans zijn er ook om wonden open te rijten. Sommige romans zijn er om wonden te dichten – daar horen die van mij niet bij.”
Humor als wapen
De hoofdpersoon in De verrader rijt de wonden open met een flinke dosis humor. Daarbij is niet zozeer het onderwerp grappig als wel de manier waarop de hoofdpersoon orde in zijn gedachten aanbrengt. Het is humor die drijft op een combinatie van grove woorden, grote woede en diepe verontwaardiging. Soms ook is de humor wat subtieler. Bijvoorbeeld in de volgende opmerking over het genootschap van de Intellectuelen van de Dum Dum Donut:
“De bijeenkomsten werden voornamelijk bezocht door leden die om de week kwamen opdagen om te kibbelen met degenen die eens in de twee maanden kwamen over de vraag wat ‘tweemaandelijks’ precies inhoudt.”
Literaire prijzen voor De verrader van Paul Beatty
Paul Beatty won in 2015 de National Book Critics Circle Award voor De verrader. En hij won in 2016 als eerste Amerikaan de Man Booker Prize voor de roman. Beide zeer verdiend wat mij betreft. Overigens mogen Amerikaanse schrijvers pas sinds 2014 meedoen met de Man Booker Prize. Sindsdien hebben ze al twee keer gewonnen. Naast Beatty in 2016, George Saunders in 2017 met The long wait for Lincoln.
Pascal Klaassen
november 2017
Vertaling: Gerda Baardman en Bart Gravendaal
Interviews met Paul Beatty:
- Toef Jaeger, NRC, 30 maart 2017: Paul Beatty: ‘Elk goed boek heeft humor’;
- Julie Phillips, Trouw, 26 maart 2017: Paul Beatty: Oorspronkelijkheid maakt je leven mooi;
- Video: Hier is… Adriaan van Dis – Paul Beatty.
Recensies van De verrader:
- Seth Colter Walls, The guardian, 4 maart 2015, The Sellout by Paul Beatty review – a galvanizing satire of post-racial America;
- Lucy Scholes, The Independent, 11 augustus 2016, The Sellout by Paul Beatty: ‘A clear take down of any claim we’re living in a post-racial world’
Video’s met Paul Beatty
Afspeellijst met interviews met Paul Beatty: