
Drie boeken voor de prijs van één! Je krijgt het als je De donkere kamer van Damokles van Willem Frederik Hermans leest. Het is een spannende oorlogsroman over een sigarenboer die in het verzet verzeild raakt. Het is een psychologische roman waarin diezelfde sigarenboer zichzelf van zijn minderwaardigheidscomplex probeert te verlossen. En het is een filosofische roman over de subjectiviteit van onze waarnemingen en de onkenbaarheid van de wereld.
Van mislukkeling naar verzetsheld naar collaborateur
In dit eerste deel van mijn bespreking van De donkere kamer van Damokles vat ik de inhoud samen. Het staat vol spoilers, dus eerst de roman zelf lezen! Of ga direct naar deel 2 van mijn bespreking: De vele vragen na het lezen van ‘De donkere kamer van Damokles’.
Henri Osewoudt is de zoon van een sigarenboer in Voorschoten. Omdat zijn moeder zijn vader vermoordt en naar een gesticht moet, woont Henri vanaf zijn twaalfde bij oom Bart, tante Fietje en nicht Ria in Amsterdam. Als Henri achttien is, komt zijn moeder vrij. Henri besluit terug te gaan naar Voorschoten om de sigarenwinkel van zijn vader voort te zetten en voor zijn moeder te zorgen. Hij neemt de zeven jaar oudere Ria mee, met wie hij in Amsterdam al stiekem het bed deelde. Ze trouwen met elkaar, zonder dat ze van elkaar houden of elkaar aantrekkelijk vinden. De student Moorlag komt bij hen wonen.
Minderwaardig manneke
Osewoudt is niet erg tevreden over zichzelf. Hij is klein, heeft dun blond haar en geen baardgroei. Hij voelt zich minderwaardig ten opzichte van andere mensen. De mensen in zijn omgeving hebben ook geen hoge dunk van hem. Ze veroordelen zijn slapheid en meisjesachtig uiterlijk. Osewoudt heeft zijn tante bijvoorbeeld ooit aan haar vriendinnen horen vertellen dat je aan hem nog altijd kunt zien dat hij niet echt geboren is, maar dat zijn moeder hem na zeven maanden zwangerschap verloor tijdens het poepen.
De zelfverzekerde Dorbeck
Vlak na de Duitse inval in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog verschijnt Dorbeck in de sigarenwinkel. Deze luitenant lijkt op Osewoudt als een foto op zijn negatief. Met zijn zwarte haar en zelfverzekerde dadendrang is hij een krachtigere variant van Osewoudt. Dorbeck vertelt dat hij zich niet wil overgeven aan de Duitsers en betrekt Osewoudt bij zijn illegale acties. Tijdens zijn bezoekjes vraagt hij Osewoudt fotofilmpjes te ontwikkelen, overhandigt hij zijn uniform en geeft hij Osewoudt een pistool. Hij laat Osewoudt ook naar Haarlem komen. Daar stelt Dorbeck Osewoudt aan Zéwüster voor. Samen met die Zéwüster schiet Osewoudt vervolgens drie mensen neer.
Osewoudt komt in actie
Na de schietpartij in Haarlem hoort Osewoudt lange tijd niets meer van Dorbeck. Totdat hij in de zomer van 1944 een briefje krijgt met de vraag of hij de foto’s naar een postbus in Den Haag wil sturen. Een paar dagen later wordt hij gebeld door Elly Sprenkelbach Meijer met de vraag of hij de volgende dag naar Voorburg wil komen. Daar laat ze een van de foto’s zien die Dorbeck opstuurde en ze vertelt dat ze door een geheime organisatie uit Engeland is gestuurd. Ze vraagt Osewoudt onderdak voor haar te regelen. Hij brengt haar naar zijn oom in Amsterdam en blijft daar zelf ook een nacht. De volgende dag hoort hij van Moorlag dat Duitse politieagenten Ria en zijn moeder hebben meegenomen.
Marianne
Osewoudt duikt met de hulp van Moorlag onder en raakt bij steeds meer illegale activiteiten betrokken. Bovendien leert hij Marianne (echte naam: Mirjam) kennen, met wie hij een relatie begint. Zij is een ondergedoken joodse kapster. Nadat ze zijn haren zwart heeft geverfd, lijkt Osewoudt sprekend op Dorbeck. Met zijn nieuwe uiterlijk en nieuwe leven voelt Osewoudt zich als herboren:
“Ineens zag hij het: Dorbeck! Niet te onderscheiden van Dorbeck was hij! <..> Een man die verschijnt en verdwijnt wanneer hij wil, aan niets anders gebonden is dan zijn eigen wil, een man voor wie de wereld buigt. Ria en de sigarenwinkel vielen van hem af als een betovering, hij durfde zich bekennen dat het het beste zijn zou als de Duitsers zijn ongelukkige moeder maar pijnloos naar een betere wereld hielpen. Hij barstte uit in een eindeloze lach.”
Gevangen, vrij en weer gevangen
Osewoudt moordt er nog wat op los, ontvoert een kind, laat dit alleen achter in hartje Amsterdam, ziet in een bioscoop dat hij gezocht wordt als straatrover en wordt opgepakt als hij probeert te vluchten. Vervolgens wordt hij eerst hardhandig verhoord door Kriminalrat Wülfing, waarna Obersturmführer Ebernuss hem naar een ziekenhuis laat brengen. Vier mannen bevrijden hem daar. Osewoudt gaat direct naar Mariannes onderduikadres en van daaruit gaan ze samen naar een adres waar veel verzetsmensen zijn. Diezelfde nacht vallen de Duitsers dat huis binnen en pakken ze Osewoudt, na een korte achtervolging, weer op.
Osewoudt ontsnapt
In gevangenschap hoort Osewoudt dat zijn moeder dood is en Marianne zwanger. Na flink wat maanden, in april 1945, vraagt Ebernuss hem mee te nemen naar een huis waar Moorlag is. Ebernuss hoopt hulp te krijgen bij zijn plan zich uit de voeten te maken voordat de geallieerden arriveren. Osewoudt brengt Ebernuss inderdaad naar dat huis. Daar ziet hij Dorbeck weer. Vervolgens vergiftigt hij in opdracht van Dorbeck Ebernuss en gaat er samen met hem vandoor. Dorbeck vertelt hem dat Ria met een andere man woont. Ook laat hij Osewoudt een uniform van een verpleegster aantrekken. Via een spiegel probeert Osewoudt nog een foto van hem en Dorbeck samen te maken, maar volgens Dorbeck is het daar te donker voor.
Op de vlucht
Osewoudt gaat als verpleegster naar de kliniek waar Marianne is. Daar wacht hem verschrikkelijk nieuws. Hun kindje is doodgeboren. Verpleegsters laten hem het lijkje zien, waarna Osewoudt huilend naar buiten loopt. Nog altijd verkleed als verpleegster krijgt Osewoudt een lift van de Duitse soldaat Krügener. Osewoudt laat zich naar Voorschoten rijden, waar hij Ria vermoordt. Omdat Krügener inmiddels te dronken is om te rijden, stapt Osewoudt zelf achter het stuur. Als Krügener handtastelijk wordt, steekt Osewoudt hem neer. Een nacht later maakt Osewoudt, nog altijd verkleed als verpleegster, de oversteek naar het bevrijde Zuiden.
Gezocht als oorlogsmisdadiger
In Breda meldt Osewoudt zich bij het hoofdkwartier van de Nederlandse strijdkrachten. De ontvangst is echter minder hartelijk dan hij had gehoopt. Osewoudt wordt direct gevangen genomen als spion en naar Engeland gevlogen. In het vliegtuig komt hij erachter dat er in verzetskranten al maanden voor hem wordt gewaarschuwd. En ook de kranten van het al bevrijde Limburg en Noord-Brabant staan vol verhalen over de jongen zonder baard die honderden Nederlanders aan de Duitsers heeft uitgeleverd.
De ondervragingen
Tijdens ondervragingen in Engeland blijkt dat men daar een heel andere kijk op Osewoudts daden heeft dan hijzelf. Ze denken bijvoorbeeld dat Osewoudt Elly Sprenkelbach Meijer heeft verraden. En dat hij niet door de Duitsers gevangen, maar in bescherming is genomen. Alleen Dorbeck zou Osewoudts versie van de gebeurtenissen kunnen bevestigen. Maar Dorbeck is onvindbaar of wordt door de Engelse geheime dienst onvindbaar gehouden. Osewoudt wordt vervolgens per boot terug naar Nederland vervoerd.
Weer in Nederland
In een gevangenenkamp in Drenthe is het inspecteur Selderhorst die Osewoudt ondervraagt. Er komt nog meer belastend materiaal boven water. En er is niemand die Osewoudt kan helpen. Marianne leeft nog, maar kan niet ondervraagd worden omdat ze in een kiboets in Palestina woont. En verder is iedereen waarvan Osewoudt weet dat hij of zij zijn versie van het verhaal zou kunnen bevestigen dood:
“Alles wat ik gedaan heb, glipt door mijn vingers! De mensen met wie ik in de oorlog samengewerkt heb zijn allemaal dood of verdwenen en zelfs de straten waar ik heb gelopen, bestaan niet meer. Hoe is dat mogelijk? Het is of ik in een andere wereld leef, waar niemand mij geloven kan. Wat moet ik eraan doen? Hoe kan ik mij in godsnaam rechtvaardigen op die manier?”
Geen uiterlijk voor het verzet
Naar aanleiding van een advertentie in de krant meldt een tandarts zich. Er is een kans dat Dorbeck is overleden en als echte naam Egbert Jagtman heeft. Identificatie mislukt echter omdat in de mond van het lichaam geen tanden en kiezen meer zitten en de staat van ontbinding zodanig is dat ook Osewoudt niet kan zeggen dat dit lijk het lichaam van Dorbeck is. Uiteindelijk komen er geen ontlastende verklaringen voor Osewoudt. Alles wat hij heeft gedaan blijft op meerdere manieren uit te leggen. Daarbij gelooft Selderhorst niet dat iemand met een slap uiterlijk als Osewoudt verzetsdaden zou durven te plegen. Hij laat Osewoudt in een spiegel kijken om dit duidelijk te maken.
Een roemloos einde
Als allerlaatste redmiddel herinnert Osewoudt zich de foto die hij van Dorbeck en zichzelf voor een spiegel maakte. Daar staan ze beiden op. Dat is dus bewijs. En hij heeft geluk, de Leica waarmee hij de foto heeft gemaakt wordt teruggevonden. Hij mag de film zelf ontwikkelen. Helaas staat er alleen een foto van Osewoudt met Ebernuss op de film. Wanhopig en schreeuwend om Dorbeck slaat Osewoudt op de vlucht. Buiten wordt hij door twee salvo’s uit een stengun neergeschoten, waarna hij sterft.
Pascal Klaassen
juni 2019
Meer lezen over De donkere kamer van Damokles
De snelheid waarmee gebeurtenissen elkaar opvolgen in De donkere kamer van Damokles is enorm. In de bovenstaande samenvatting heb ik nog veel details weggelaten. Heel veel informatie over De donkere kamer van Damokles staat in het boek dat Frans Janssen schreef over de roman in de synthese-reeks van De Arbeiderspers. Tonnus Oosterhoff nam de schrijfstijl van W.F. Hermans onder de loep in Een ijlroman.
De snelheid en vele ontwikkelingen maken de roman niet alleen prettig om te lezen, maar ook ideaal leesvoer voor discussies en besprekingen. In De vele vragen na het lezen van ‘De donkere kamer van Damokles’ onderzoek ik of Dorbeck wel of geen fantasie is van Osewoudt. En ik denk na over de vraag waarom bijna iedereen zo’n punt maakt van zijn uiterlijk.
Volgens mij bestaat Dorbeck wel degelijk. Ik kom keer op keer tot de conclusie dat hij een ordinaire oplichter is zonder scrupules, die Osewoudt gebruikt als menselijk schild. Wat mij betreft is Osewoudt in potentie de ware übermensch ( in de zin Nietzsche ), die door Dorbeck , met zijn bepaald criminele inslag, wordt verzwakt uit rancune. Dorbeck weet dat hij nooit een übermensch zal worden, en daarom moet Osewoudt sterven. Want de übermensch mag niet bestaan als de ander het ook niet kan zijn.